De Kansspelautoriteit heeft terecht de exploitatievergunning van een speelautomatenexploitant ingetrokken vanwege te weinig betaalde kansspelbelasting. De exploitant vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening zodat de vergunning voor speelautomaten actief kon blijven tijdens de bezwaarprocedure, maar de rechter wees dit verzoek af.
Eind december 2024 heeft de voorzieningenrechter de schorsing van de intrekking van een exploitatievergunning voor speelautomaten opgeheven. De exploitant had een voorlopige voorziening gevraagd in het bezwaar tegen het besluit van de Kansspelautoriteit, die haar vergunning had ingetrokken.
De Kansspelautoriteit trok de vergunning in vanwege ‘slecht levensgedrag’ van de exploitant en het risico dat de vergunning zou worden gebruikt om financieel voordeel te halen uit strafbare feiten. Volgens de toezichthouder had de exploitant tussen 1 januari 2018 en 30 juni 2024 opzettelijk te weinig kansspelbelasting betaald.
Schuld van de boekhouder
De exploitant ontkende opzet en wees naar haar boekhouder, die volgens haar een vermoeden had dat er te weinig belasting werd betaald, maar dit niet verder onderzocht. Daarnaast stelde zij dat haar medewerking aan het boekenonderzoek zou moeten meewegen in de beoordeling van haar betrouwbaarheid.
Na de intrekking van de vergunning op 19 november werd een ordemaatregel getroffen, waardoor de vergunning voorlopig geldig bleef totdat de voorzieningenrechter een definitieve uitspraak deed. Op 30 december oordeelde de rechter dat de intrekking gerechtvaardigd was en werd de ordemaatregel opgeheven.
De rechter stelde dat de Kansspelautoriteit mocht uitgaan van het rapport van de Belastingdienst, waaruit bleek dat de exploitant systematisch te weinig kansspelbelasting had betaald. De brutospelopbrengsten van de gokkasten werden bijgehouden in zogenoemde afrekennota’s en vervolgens handmatig verwerkt in een Excelbestand door de exploitant of een medewerker, zonder tussenkomst van de boekhouder.
Uit onderzoek van de Belastingdienst bleek dat de bedragen in het Excelbestand niet overeenkwamen met de aangiften kansspelbelasting. Doordat er lagere bedragen werden opgegeven, werd er te weinig belasting afgedragen. Op basis hiervan concludeerde de voorzieningenrechter dat er inderdaad sprake was van ‘slecht levensgedrag’, wat de intrekking van de vergunning rechtvaardigde.
BRON:CASINONIEUWS.NL