De Nationale Postcode Loterij en de Vriendenloterij hebben bij de Rechtbank Amsterdam bot gevangen in hun rechtszaak tegen de Kansspelautoriteit. De loterijen waren van mening dat de beperking van het aantal trekkingen per jaar onevenredig was, en dat het besluit van de Ksa afbreuk deed aan de horizontale consistentie.
In oktober 2021 heeft de Kansspelautoriteit een vergunning verleend aan de Nationale Postcode Loterij en de Vriendenloterij voor niet-incidentele loterijen. De vergunningen waren geldig voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2026. Er was echter wel een voorwaarde aan verbonden dat de loterijen maximaal 69 trekkingen per jaar mochten organiseren.
Hierop besloten de loterijen bezwaar te maken om deze voorwaarde te schrappen, en het maximale aantal trekkingen vast te stellen op 379 per jaar. In maart 2022 heeft de toezichthouder de bezwaren ongegrond verklaard, omdat het verhogen van het maximale aantal afbreuk zou doen aan de consistentie van het loterijstelsel.
Ook zou het onwenselijk zijn voor de belangen van het kansspelbeleid in Nederland, zoals het tegengaan van verslavingen en overmatig gokken. De loterijen konden tevens niet aantonen dat een verhoging van het aantal trekkingen nodig is om aantrekkelijk te blijven voor de spelers. Op het moment dat de toezichthouder hierover oordeelde, maakten de loterijen ook geen gebruik van de mogelijkheid om 69 trekkingen per jaar te organiseren.
Tenslotte zouden de organisatoren niet in een slechtere positie komen ten opzichte van andere Nederlandse loterijen, buitenlandse loterijen, en aanbieders van online kansspelen.
Geen horizontale inconsistentie
De organisatoren van de loterijen besloten zich niet neer te leggen bij het besluit van de Nederlandse toezichthouder, en stapten naar de rechter. Hoewel Rechtbank Amsterdam in augustus vorig jaar al uitspraak deed, is de uitspraak pas op donderdag 13 februari 2025 gepubliceerd.
In de uitspraak van de rechter is te lezen dat de rechtbank het beroep van de loterijen ongegrond heeft verklaard. Volgens de rechter heeft de Ksa voldoende gemotiveerd dat er met het maximaal aantal van 69 trekkingen per jaar wordt voldaan aan de doelstellingen van het kansspelbeleid. De loterijen wezen ook nog naar de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant die oordeelde dat het Nederlandse kansspelbeleid niet langer consistent door de invoering van de Wet Kansspelen op afstand waar geen sprake is van een monopolie.
Aangezien de loterijen wel een vergunning hebben gekregen, werd het argument van horizontale inconsistentie van tafel geveegd:
“Het oordeel van de rechtbank Oost-Brabant heeft bovendien geen betrekking op een vergunningsvoorwaarde zoals hier aan de orde. Het duale stelsel ziet op de verlening van vergunningen en niet op de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden. Gesteld noch gebleken is dat de voorwaarden die aan de vergunningen worden verbonden maken dat sprake is van inconsistentie.”Rechtbank Amsterdam
Ook zou er sprake zijn van een ongelijk speelveld, maar doordat het aantal van 69 trekkingen per jaar voor alle goededoelenloterijen in Nederland en de Staatsloterij geldt is er geen discriminatie op de Nederlandse markt.
Niet onevenredig
De organisatoren voerden ook aan dat het besluit van de Ksa in strijd was met het evenredigheidsbeginsel. Door de opkomst van online gokken en andere loterijen die zich zouden profileren als goededoelenloterijen, zou het speelveld compleet zijn veranderd. Daarnaast zou het ledenbestand van de Postcode Loterij en Vriendenloterij vergrijzen, wat de toekomstbestendigheid onder druk zou zetten.
Zij zouden dan ook relevant moeten blijven om door te kunnen gaan met het ondersteunen van goede doelen, maar hiervoor is het noodzakelijk om meer trekkingen te organiseren. De Ksa voerde hierop aan dat ze niet meer trekkingen wil toestaan dan het aantal trekkingen dat de Staatsloterij per jaar mag organiseren.
Bij dit punt was de rechtbank van mening dat de organisatoren opnieuw voldoende onderbouwing had gegeven, mede doordat de loterijen nog geen gebruik hadden gemaakt van het aantal van 69 trekkingen per jaar.
“Ondanks dat de vergunningen niet volledig zijn benut stijgt de omzet van eiseressen nog elk jaar. Daarmee acht de rechtbank niet aannemelijk dat eiseressen onvoldoende in staat zijn om de goede doelen te bedienen. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat met het toestaan van meer trekkingen per jaar aan eiseressen ook andere goededoelenloterijen daarom kunnen vragen. Als het aantal trekkingen toeneemt valt niet uit te sluiten dat het verslavingsrisico toeneemt.”Rechtbank Amsterdam
Door al het bovenstaande besloot de Rechtbank Amsterdam het beroep van de Postcode Loterij en Vriendenloterij ongegrond te verklaren.
BRON:CASINONIEUWS.NL